Herenigd op twentse grond (tc tubantia, 3 januari 2011)

Arnold Bruggink is voetballer van professie, zijn tweelingzussen Martiene en Hilde volgen het voetbal vanuit hun professie. Dertien jaar na zijn vertrek bij FC Twente, zien ze elkaar nu bijna dagelijks in Enschede. “Je weet niet hoe leuk dat is.”
Voor de tweeling Martiene en Hilde Bruggink (36) was Arnold (33) altijd het kleine broertje, waarvoor zij het opnamen en waarvoor zij vroeger in huize Bruggink te Geesteren vaak de rotklusjes zoals opruimen en afwassen deden. “Maar door zijn vrouw Inge is hij vakkundig heropgevoed”, zegt Martiene. “Hij belt nu zelfs ons om te vragen hoe het gaat in plaats van andersom”, vult Hilde aan. Maar is er eigenlijk wel iets veranderd tussen vertrek en rentree van Arnold bij FC Twente? In de gang van het huis van Hilde in Enschede, waar het gesprek de ochtend na de bekerwedstrijd tegen Vitesse is, staat een kerstpakket van FC Twente. “Oh ja”, zegt Hilde. “Wij waren gisteren ook bij FC Twente en toen hebben wij dat maar voor hem meegenomen, was makkelijk voor hem.”

Nee, lachen ze alle drie later, er is echt wel wat veranderd. Al was het alleen al omdat de familie Bruggink is uitgebreid met twee zoons van Arnold. Zij zijn nu de lievelingen van de ‘tantes’ Bruggink. Die nu met hun neefjes kunnen voetballen zoals ze dat vroeger met Arnold deden. Arnold: “Eentje gaf de voorzet en de ander stond op doel.” Martiene: “We voetbalden ook wel in de gang, van de ene deur naar de andere deur.” Hilde: “We konden eigenlijk best aardig trappen, voor vrouwen.” Balgevoel hadden ze wel, de zussen konden aardig volleyballen en pa speelde in het verleden nog hockey in het eerste van Kampong.

Zussen en broer Bruggink zijn dit jaar herenigd in Enschede, de stad ook waar hun aller carrière in gang schoot. Arnold beleefde er zijn eerste jaren als profvoetballer. En kwam daarbij zijn zussen tegen: moesten ze spelers na een wedstrijd voor de camera halen. Dat zou daarna nog vele malen gebeuren, eerst bij PSV en, na een jaartje Mallorca, twee jaar bij Heerenveen. “Dat ging altijd goed”, zegt Arnold. De zussen knikken grif. “Op een keer na dan”, schiet Martiene te binnen. “Dat was toen ik jou moest ophalen nadat jij een elleboog zou hebben uitgedeeld. Jij was je van geen kwaad bewust en ik heb je daar op voorbereid. Toen zei je: flikker toch op met die tv van jullie altijd.” Arnold: “Is dat zo? Kan ik me niet meer herinneren.” Hilde kan zich één akkefietje herinneren. “Iemand bij Canal+, waar we toen werkten, had iets opgepikt en PSV suggereerde toen dat hij het wist via onze connectie. Grote onzin, PSV heeft dat ook gerectificeerd.” Arnold: “Ik hoor en zie ontzettend veel, zij weten ook veel. Maar ze zullen het nooit gebruiken.” Martiene: “Als je een keer die kennis misbruikt is het over.” Hun band heeft zelfs voordelen, lacht Arnold: “Tegen mijn zussen durven mijn medespelers geen nee te zeggen.” Maar een collega van Arnold als vriendje? Hilde: “Dat wilden we hem en ons niet aandoen. We zagen het al voor ons: dat die jongens het over ons hebben in de kleedkamer met Arnold er bij.”

De drie trokken in de jeugd en ook daarna veel met elkaar op, de zussen sowieso. Arnold: “Onze ouders zaten te wachten op het moment dat die twee een keer uit elkaar gingen. Op de middelbare school was het zover: Hilde bleef zitten. Maar een jaar later bleef Martiene zitten en waren ze weer bij elkaar.” De jaren erna deden ze dezelfde studies in Zwolle en Groningen en woonden ook in Utrecht bij elkaar in huis. Martiene: “We zijn pas echt uit elkaar gegaan toen we 28 waren. Toen was het tijd, voelden we. Ik ging naar Enschede, Hilde bleef in Utrecht.” Hilde: “Dat wordt een drama, dacht iedereen. Maar het is vanaf de eerste dag goed gegaan.”

Arnold vertrok een jaar later ook echt, naar Mallorca. Het afscheid viel hen zwaar. Arnold: “Kwam ik op luchthaven Rotterdam, stonden die twee daar.” Hilde: “We hadden allebei het gevoel dat we dat moesten doen.” Martiene: “Was wel apart. Hij vloog met een privé-jet. Stonden we onderaan het vliegtuig om hem uit te zwaaien.” Hij was snel terug omdat de club slecht draaide en in het jaar dat Bruggink er zat drie trainers versleet. Hilde: “Al was het begin goed. Op vakantie zag ik een kop in de krant: ‘Bruggink beats Beckham’.” Arnold: “Was de Supercup tegen Real Madrid, we wonnen het eerste duel met 2-1, ik scoorde een keer.” Stond hij in de spits met ene Eto’o. “Toch mooi”, zeggen de zussen trots. En Arnold is trots op hen. Hij deed van de zomer analyses voor Eredivisie live en kwam allemaal bekenden van Martiene en Hilde tegen. “Vroeger waren zij de zussen van, nu ben ik het broertje van.”

Terug in Nederland tekende hij bij Heerenveen en kwam twee jaar lang zijn zussen regelmatig tegen. Daarna volgden vier jaar Hannover. Alleen de aanwezigheid van zijn twee zoons was al een reden voor de zussen om regelmatig langs te komen.

Nu zijn ze weer samen in Enschede. Martiene: “Je weet niet hoe leuk dat is. Als ik een rondje ga hardlopen, kom ik langs zijn huis!” Hilde: “Ik reed een keer naar de slager met de auto, kom ik Arnold zo maar tegen! Voorheen zaten we twee uur in het vliegtuig of de auto.” En het is handig, lacht Arnold. “De oppas is altijd dichtbij.”

arrow_upward